'Het Paradijs'
Hoog in de bergen, onder de zon,
aan de voet van de hemel, dicht bij de bron.
Waar het leven nog echt is, eerlijk en goed,
waar je in de vruchten der aarde, de aarde nog proeft.
Waar het werken is voor bescheiden comfort,
waar het leven is met de seizoenen.
In de schoot van Moeder Natuur,
waar je leeft tussen water en vuur…
Daar leef je bij gratie van een sterk verbond,
in de diepte geworteld in vruchtbare grond.
Waar de tijd met haar grillen, droogtes en kou,
de wortels deed groeien en de band sterken zou.
Waar de dag zich ontvouwt als een weeld’rig boeket,
in honderden wonderlijke kleuren.
Waar op oud fundament een nieuw huis werd gezet,
met enkel open deuren…
Je kunt er schuilen in de schaduw, uit de wind,
terug in de schoot, weer even kind.
Waar een godenmaal wacht na een lange reis,
waar het haardvuur je nodigt in Het Paradijs.
Bestemming en oorsprong gaan hier hand in hand,
het Hof van Eden, het Beloofde Land.
Waar je veilig bent, en altijd gehoord,
waar de zon altijd achter de wolken gloort…
Waar de dag zich ontvouwt als een weeld’rig boeket,
in honderden wonderlijke kleuren.
Waar op oud fundament een nieuw huis werd gezet,
met enkel open deuren…